Praktijkworkshops mestkwaliteit met Peter Vanhoof: meten is weten

Vorige week vonden er twee inspirerende workshops plaats onder leiding van mestexpert Peter Vanhoof. Boeren uit de regio gingen actief aan de slag met het inzichtelijk maken van hun mestkwaliteit. Aan de hand van praktische metingen, scherpe inzichten en leerzame experimenten werd duidelijk hoe belangrijk het is om te weten wat er in de mest zit – en wat dat zegt over het hele bedrijf.

Mesttoolbox: aan de slag met pH en structuur

De dag begon met een korte uitleg over de mesttoolbox en het ijken van pH-meters. Een goede meting begint tenslotte met betrouwbare apparatuur. Belangrijk hierbij: ijken doe je altijd op kamertemperatuur, en vóór je begint met meten.

Iedere deelnemer ging enthousiast aan de slag met zijn eigen toolbox, waarbij de werking van de pH-meter uitgebreid werd toegelicht. In de deksel van de toolbox zaten handige potjes met ijkoplossing – een slimme manier om snel te kunnen testen.

Spoelen, zeven, wegen: wat vertelt rectale mest?

Een ander belangrijk onderdeel van de workshop was het spoelen van rectale mest met behulp van een drie-lagen-zeef. Zo werd zichtbaar welk residu achterbleef per laag. Dit residu werd vervolgens gewogen, om een indruk te krijgen van de verteerbaarheid van het rantsoen.

Peter gaf aan wat een laag of hoog residu in combinatie met de melkproductie kan betekenen. Aan de hand van deze gegevens kan een boer verder onderzoek doen naar de oorzaak en gericht kijken hoe eventuele problemen opgelost kunnen worden:

  • Weinig residu en lage melkproductie → mogelijk te weinig voeropname.

  • Veel residu en hoge productie → vaak geen probleem.

  • Weinig residu en hoge productie → duidt op zeer goede vertering.

  • Veel residu en lage productie → waarschijnlijk slecht verteerbaar voer.

Peter gaf aan dat er eigenlijk geen prik in het residu mag zitten. Wanneer dit wel het geval is, kan dit een indicatie zijn van bijvoorbeeld een verstoorde mineraalopname of overprikkeling van de darmen – door stress of een onevenwichtige voersamenstelling. Wanneer dit wel het geval is, is het voor de boer een goed aanknopingspunt om verder te onderzoeken waar het aan kan liggen en hoe ze het probleem kunnen aanpakken.

Compost, groei en pH: inzichten die blijven hangen

Peter liet ook zien hoe de mate van vertering in compost invloed heeft op groei. "Vers materiaal remt de groei, pas als het verteerd is ontstaat er ontwikkeling." Dit zie je bijvoorbeeld ook bij een composthoop. Als alles nog vers is dan groeit er niks, zodra alles verteerd is zal er onkruid op gaan groeien.

Ook werd besproken hoe hoog maisgebruik leidt tot slechtere mestkwaliteit. Bij een aandeel van meer dan 15% in het rantsoen zie je duidelijk effect: slechter verteerbare mest, hogere volumes in de put, en minder structuur.

Peter gaf aan dat een pH onder 7,5 als veilig wordt gezien. Bij hogere waardes ontstaan risico’s op rottingsbacteriën en pathogenen – organismen die je liever niet in je mest hebt.

Economie, ecologie en evenwicht

Wat Peter duidelijk maakte: het gaat niet om zoveel mogelijk liters melk, maar om de balans in je bedrijf. Hij gaf voorbeelden van boeren die minder zijn gaan melken, maar juist meer zijn gaan verdienen. Meer rust, minder input – en toch een beter resultaat.

Na de lunch werd het mengsel van boxenstrooisel opnieuw gemeten om het effect van tijd op de pH te bekijken. Alle resultaten werden ingevoerd in de computer en met elkaar vergeleken. Het mooie? De verschillen tussen de deelnemers waren klein. Geen extreme uitschieters naar boven of beneden – een teken dat veel boeren al goed bezig zijn.

Tot slot werden de resultaten van de mestwedstrijd besproken. Wat opviel: het noorden scoorde gemiddeld beter dan het zuiden. En: hoe meer kunstmest en krachtvoer je gebruikt, hoe hoger de emissies.

Een prachtige uitspraak die bij iedereen bleef hangen:

"Het land heeft altijd gelijk."

En dat is precies waar deze workshops over gingen: leren luisteren naar wat de mest, en dus de bodem, je vertelt.