Door de sloten jaarlijks op een andere wijze te hekkelen kan al op relatief eenvoudige wijze een enorme winst voor biodiversiteit worden behaald. Door een simpele aanpassing in het werken met de maaikorf en een deel van de begroeiing te laten staan, krijgen slootdieren de kans om te vluchten en worden planten zo min mogelijk beschadigd. Deze manier van werken heet ECOLOGISCH SLOOTSCHONEN. Dit levert een sloot vol leven op, met een grote variatie aan planten, vogels, vissen, amfibieën en insecten.
Waar is deze poster voor bedoeld?
De poster ‘Een sloot vol leven‘ is bedoeld ter inspiratie voor boeren, loonwerkers en waterschappen om gezamenlijk te werk aan een Fries landschap vol variëteit in leven.
Wat is het?
Bij ecologisch slootschonen wordt rekening gehouden met de flora en fauna in de watergang. Door het juiste materiaal op de juiste werkwijze in te zetten krijgen slootdieren de kans om te vluchten. Een deel van de waterplanten mag in de sloot blijven staan en tijdens het schonen worden wortels zo min mogelijk beschadigd. Door het slootmateriaal niet in het talud maar op of over de insteek af te zetten is er minder uitspoeling van voedingsstoffen naar de sloot.
Hoe?
In korte onderstaande film wordt uitgelegd hoe ecologisch slootschonen in de praktijk werkt.
Onze adviezen zijn:
- Er wordt op één kant van het talud niet geschoond.
- De maaikorf wordt aan de overzijde van de sloot ingezet en halverwege de sloot of 0,5 m voor het talud omhoog gehaald (het is de bedoeling dat 25 – 75% van de vegetatie blijft staan). Hierdoor kunnen vissen voor de maaikorf weg komen en worden ze niet tussen de vegetatie geklemd en op de kant gezet. Doordat het grootste deel van de sloot wordt geschoond, blijft de waterdoorstroom gegarandeerd.
- Alleen de watervegetatie (planten) schonen, zo weinig mogelijk bagger meenemen.
- Zorg dat de sloot op diepte is. Dit kan door de baggerpomp in te zetten.
- Er wordt geadviseerd om elk jaar het talud waar niet geschoond wordt om te wisselen.
- Indien nodig: verwerk het resterende plantenmateriaal enige tijd (minimaal 48 uren) later met bijv. de wallenfrees of voer het af.
- Dit resterende plantenmateriaal max 2m uit de insteek in lengte richting leggen, zodat fauna weer terug de sloot in kan.
LET OP: Voor boeren die zijn aangesloten bij het ANLB zijn bovengenoemde richtlijnen niet vrijblijvend, zij dienen zich te houden aan de afspraken met hun agrarisch collectief.
Case
Over rusken, kruidenrijk doorzaaien en ecologisch slootschonen
Een hobbyboerin uit een dorpje boven Joure heeft een aantal vragen:
- Is er een biologische manier om van rusken in het land af te komen?
- Kruidenrijk doorzaaien van grasland is bij mij eerste keer mislukt. Hoe nu verder?
- Hoe vind je een aannemer die het klepel/slootrandbeheer ecologisch aanpakt?
LAP-Adviseur Nico Minnema heeft deze case aangenomen.
Wel en niet
- Bij voorkeur van medio augustus – 1 november.
- Het laten staan van een deel van de plantenvegetatie is in heel smalle sloten vaak niet mogelijk. In de wat bredere sloten praktisch altijd wel.
- Uitsluitend maaikorf met een spijlenbak of een eco-reiniger.
- Klepelen, wal-snijden, hemos, dichte bak, etc. brengen te forse schade toe aan de (sloot)vegetatie, de vissen of hun biotoop, vandaar liever niet inzetten.
- Slootvuil bestaat alleen uit plantenresten (geen bagger).
LET OP: Het betreft hier boerensloten. In de terminologie van Wetterskip Fryslân gaat het hier om: Overige watergangen, geen schouwsloten.
Materialen
Maaikorf of ecoreiniger
Bescherming van plantenwortels
- Maak bij het schonen gebruik van de maaikorf of ecoreiniger. Andere slootreinigingsapparatuur kan ook gebruikt worden mits het bodemprofiel, inclusief de wortels van waterplanten in de sloot, zo min mogelijk beschadigd worden.
- De plantenwortels blijven staan, zodat planten kunnen groeien.
- Spaar de vegetatie zoveel mogelijk aan de oever waar vanaf gewerkt wordt.
Bescherming van waterdieren
- Haal de bak niet te snel door de watergang. Waterdieren kunnen dan uitwijken.
- Voor bij een doodlopende watergang: Begin dan bij het doodlopende gedeelte. Waterdieren krijgen hierdoor een uitwijkmogelijkheid. Is werken richting doodlopend einde onvermijdelijk, stop dan minstens 10 meter voor het einde. Wacht vervolgens even, ga naar het einde en schoon vanaf daar het laatste stuk.
- Geef slootdieren de kans om te ontsnappen! Zet de maaikorf niet in van kant tot kant, maar haal hem aan de oeverkant waar vanaf gemaaid wordt iets eerder (ca. 25 cm) omhoog zodat slootdieren kunnen ontsnappen. Of zet hem bij de tegenoverliggende oever iets voor de rand erin.
Baggerpomp
Door afbraak van organisch materiaal ontstaat een laag bagger. Een dikke laag bagger en weinig water is nadelig voor een gezond slootmilieu. Dit komt doordat er voor de afbraak van plantenresten zuurstof nodig is. Als er weinig water boven de bodem staat, verdwijnt de zuurstof al gauw uit dat laagje water, wordt dat troebel en verslechteren daarmee de leefomstandigheden voor planten en dieren.
Door actief te baggeren kan afname van het zuurstofgehalte worden voorkomen.
Bij het gangbare baggeren wordt de bagger door een kraan met een schepbak in een dikke laag op de kant gezet. Alle waterplanten en bijna alle bodemleven wordt dan in één keer op het droge gezet.
Werking van baggerpomp
Door de toepassing van een baggerpomp worden niet alleen de grasmat maar ook planten en dieren in het water meer ontzien. Daarbij wordt de bagger met slootwater opgezogen en vervolgens met kracht gelijkmatig over het aangrenzende weiland gespoten. Afhankelijk van de wind kan de bagger 30 tot 60 meter ver worden gespoten. De baggerspecie hoeft dan niet opgeruimd te worden en dient als meststof voor het gras op het perceel.
Frequentie
Het baggeren met de baggerpomp hoeft geen jaarlijkse maatregel te zijn maar kan eens in de paar jaar worden uitgevoerd. De meest geschikte periode is juli of augustus. Ook bij toepassing van de baggerpomp wordt onvermijdelijk een deel van het dierenleven in de sloot weggezogen. Om het effect hiervan te verkleinen, moet het baggeren gefaseerd worden uitgevoerd. De sloten worden daarbij in de lengterichting voor de helft gebaggerd. Daarbij moet zo mogelijk worden voorkomen dat er in de richting van een doodlopend slooteinde wordt gebaggerd omdat de vissen dan niet kunnen ontkomen. De andere helft van de sloot kan één of twee jaar later worden gedaan.
LET OP: Met de baggerpomp dient er rustig gewerkt te worden (niet te snel rijden) en er mogen geen vleugels om de baggerpomp heen gebruikt worden. Zo kan fauna op tijd wegkomen.
Fishprotector
De Fish Protector bestaat uit een vier stroboscooplampen die flitslicht geven. Deze lampen worden rechtstreeks op de maaikorven gemonteerd (links en rechts op de midden-kolom en aan de uiteinden van de korf). De lampen zijn klein in omvang en zijn stoot- en krasbestendig. Afhankelijk van de waterkwaliteit reiken de flitsen tot 5 meter.
Door de lichtflitsen worden vissen gealarmeerd en zullen deze door de schrikreactie op het licht vluchten. Hierdoor wordt het meescheppen van vissen substantieel verminderd.